Een aantal weken geleden haalde onze sector nog de hoofdlijnen van het nieuws met de berichtgeving van het NSZ dat elke week 2 bakkers hun deur sluiten. We zijn al een beetje gewend aan de tendentieuze berichtgeving van de hiervoor vermelde organisatie die telkens in het weekend de pers bespeeld met spectaculaire cijfers. Meer om zichzelf te profileren dan om goed te doen aan de sector. Want ook in deze berichtgeving werden wij als beroepsvereniging genegeerd en kon alleen de negatieve klanken de wereld worden ingestuurd.
Hoe je het draait of keert; we kunnen er langs de andere kant niet naast zien dat regelmatig brood- en banketbakkers hun deuren sluiten. Een deel van hen slaagt erin om een stukje van hun handelsfonds te recupereren omdat de winkel wordt verder gezet als bijkomend verkooppunt van een andere bakkerij. Schaalvergroting is voor een aantal bakkers een oplossing om hun productiekosten te spreiden over de omzet van meerdere verkooppunten. Meestal blijven die in de nabijheid van hun eigen bakkerij zodat de kwaliteit van de elders verkochte producten op peil blijft.
Een groot deel van onze bakkers slaagt er echter niet in om een overnemer te vinden voor zijn handelsfonds. Jongeren zijn minder dan vroeger bereid om de stap te zetten naar het ondernemerschap. Deze vaststelling geldt niet alleen voor onze sector, ook slagers en andere kleinhandelszaken verdwijnen als sneeuw voor de zon uit het straatbeeld.
Het is betreurenswaardig te moeten vaststellen dat heel veel jongeren kiezen voor een opleiding als bakker, patissier of chocolatier om uiteindelijk te beslissen een ander beroep uit te oefenen. Kentekenend hierbij is het verhaal van de zoon van vrienden van een mijn collega’s die beslist heeft om na zijn 7de jaar opleiding als brood- en banketbakker politieagent te worden. Dit is geenszins een alleenstaand geval maar het is wel betreurenswaardig voor de maatschappij en vooral ook voor de ouders die een hoop geïnvesteerd hebben in een opleiding zonder enig rendement.
Vandaag bestaan er mogelijkheden genoeg als alternatief voor het zware nachtwerk waar steeds weer van sprake is wanneer men het heeft over het afhaken van de interesse voor het beroep. Laat ons hiermee naar buiten komen en laat ons de creativiteit en de variëteit van het bakkersberoep in de verf zetten. Het zal ons meer baat brengen als therapie tegen het stopzettingsvirus dan een heleboel onheilsberichten de wereld in te sturen.
Directeur,
Bruno Kuylen